Laatst gaf ik een spreekworkshop bij een financiële instelling. Tijdens de pauze schoot een van de deelnemers me aan en vertelde dat ze heel zenuwachtig wordt op het moment dat ze de zaal inkijkt en ziet dat iedereen haar aanstaart. ‘Ik ben meer van de dialoog‘ vertelde ze, ‘als er maar interactie op gang komt dan loopt mijn presentatie wel. Dan voel ik me niet zo in mijn eentje staan en heb ik minder last van zenuwen.’
Eilandgevoel
Dat begrijp ik. Een grote bron van ontspanning zit inderdaad in het contact met je publiek. Een afwachtend publiek kan al snel een ‘eilandgevoel’ geven.
Zo’n ‘eilandgevoel’ herkennen veel mensen bij het houden van een presentatie. Maar hoe ontstaat dat nou? Dat komt omdat er iets ontbreekt aan hoe je voor de groep staat en hoe je je publiek benadert. Vooral aan het begin van een presentatie is het nodig om een brug te slaan tussen jou en je publiek.
Natuurlijk gat
In het begin van een presentatie is er altijd een natuurlijk gat tussen spreker en publiek dat overbrugd moet worden.Je publiek hoort je eigenlijk nog niet zo goed bij de eerste woorden die uit je mond komen.
Hoe krijg je direct bij het begin van je presentatie snel en effectief een gevoel van interactie en contact? Hoe creëer je direct betrokkenheid bij je verhaal?
Hier zijn 3 tips:
1. Wees aanwezig
Als eerste is het van belang om aanwezig te zijn. Misschien denk je nu ‘maar ik sta er toch gewoon?’. Er is echter een wezenlijk verschil tussen er staan en aanwezig zijn. Aanwezig ben je als je je aandacht ook echt beschikbaar stelt aan alle aanwezigen.
Aanwezig zijn voor je luisteraars betekent dat je open staat voor contact en met een positieve intentie naar je publiek kijkt.
Dat kan alleen als je daar je rust voor neemt. Als je al rennend je plek voor de groep inneemt of druk met papieren of apparatuur bent, ben je niet aanwezig. Als je losbarst met een grap of direct zegt ‘Goedemorgen, ik ga iets vertellen over…..!’, ben je niet aanwezig! Als je druk bent met je eigen gedachten (‘sta ik wel goed…’, ‘weet ik mijn eerste zin nog wel…’, ‘ik hoop dat ze het goed vinden…’ etc) ben je niet aanwezig.
Aanwezig ben je als je de rust neemt om eerst het contact te laten ontstaan; door in een moment van stilte enkele mensen aan te kijken. Dit is echt een hele belangrijke stap om direct te kunnen aansluiten!
2. Bied perspectief
Maak al in je openingsfase duidelijk dat je gaat antwoorden op een vraag of probleem dat leeft bij je toehoorders. Hiermee kun je echt de kloof dichten en je publiek motiveren om met je mee te gaan.
De mensen die naar jou luisteren willen zich bevestigt voelen. Ze willen erkend worden in hun probleem of behoefte. Er moet een soort verlangen ontstaan om meer van je te horen.
En ja, dit geldt ook als je als manager gevraagd bent om een presentatie te geven binnen je bedrijf. Ook dan zul je moeite moeten doen om de kloof tussen jou en je publiek te dichten. Je toehoorders willen voor zichzelf vaststellen dat ze er goed aan doen om hun aandacht te schenken aan jouw presentatie.
‘Aan het eind van deze presentatie weet je precies wat in het komende jaar voor onze afdeling het verschil gaat maken tussen succes en falen.’ Of ‘Ik nodig je uit om samen met mij stil te staan bij wat dit onderzoek betekent voor ons bedrijf en waarom dit onderzoek voor ons het verschil gaat maken.’
3. Gebruik Wij en Jij-taal
Je kunt letterlijk Wij en Jij-taal gebruiken in plaats van Ik-taal om een brug te slaan. Dat kan in de vorm van een (retorische) vraag waar niet direct een verbale reactie op hoeft te volgen, maar een andere reactie. Bijvoorbeeld een hand opsteken. ‘Wie van jullie merkt dat het soms lastig is om bepaalde klanten een passende oplossing te bieden met onze huidige producten?’ In plaats van ‘Ik ben Matthijs Blok, Business Unit Director Nordics en ik ga het hebben over 2 nieuwe productoplossingen voor onze klanten.’
‘Wie van jullie heeft voor een simpele vraag weleens meer dan 3 minuten telefonisch in de wacht gestaan bij HR?’ In plaats van ‘Ik ben Judith, HR manager Nederland, en ik ga iets vertellen over ons nieuwe HR informatie systeem.’
Het is van essentieel belang dat je zowel met je aandacht als met je inhoud aansluit bij je toehoorders. Dan kom je van een ‘eilandgevoel’ in een ‘wij-gevoel’. En je ervaart meer gemak, effect en plezier bij het presenteren.